Doelgroep
De vraag op wie ik mijn ontwerp richt is een lastige, omdat zo veel mensen er van kunnen profiteren. Toch is het een belangrijke vraag om het process behapbaar te houden.
Dit artikel houd ik up to date.
Vertrouwen in technologie
Het onderliggende probleem en de oplossing die ik voor ogen heb, komen beide voort uit met hoe veel gemak iemand technologie gebruikt. Zo zal bijvoorbeeld mijn oma niet met haar telefoon spelen in bed vlak voor ze gaat slapen. Mijn doelgroep is daarom te vinden binnen de eerste, tweede en derde generatie die zijn opgegroeid met mobiele telefoons.
Eerste generatie
Sluiten
Eerste generatie
Dit is mijn generatie.
Ik definieer deze als de generatie die tussen de 3 en 10 jaar oud was toen de Nokia 3310 uitkwam op 1 september 2000. Het gaat dus om mensen met een geboortedatum tussen de 1 september 1990 en 1 september 1997.
Tweede generatie
Sluiten
Tweede generatie
Dit is de generatie smartphone.
Dit is de generatie die tussen de 3 en 10 jaar oud was toen de eerste iPhone uitkwam op 29 juni 2007. Het gaat dus om mensen met een geboortedatum tussen de 1 september 1997 en 29 juni 2005.
Derde generatie
Sluiten
Derde generatie
Dit is de generatie wearables.
Het gaat hier om diegene die tussen de 0? en 8 jaar oud waren toen de eerste Samsung Gear uitkwam in september 2013. Het gaat dus om mensen met een geboortedatum tussen 29 juni 2005 en het moment van schrijven.
Bij de factor vertrouwen in technologie gaat dus om gebruikers die geboren zijn na 1 september 1990. Voor het gemak rond ik het af naar gebruikers geboren na 1990, oftewel 27 jaar en jonger.
Bij deze groep is technologie een geschikte oplossing voor bijna elk probleem. Ze vertrouwen technologie en weten hoe veel het kan doen, zowel in goede als in kwade zin.
Eigen gedrag corrigeren
Mijn oplossing bestaat uit twee onderdelen: Omgevingsmanipulatie en gewoonte manipulatie. De laatste werkt alleen als de gebruiker zich bewust is van zijn eigen gedrag.
Zelfbewustzijn ontstaat bij kinderen laat in het tweede levensjaar.
Bron
Rond twee jaar ontwikkelen kinderen een rudimentair zelfbewustzijn, maar dit stelt ze nog niet in staat om hun eigen gedrag te corrigeren. Ik heb gezocht naar wanneer kinderen dit wel kunnen, maar volgens de websites die ik heb gevonden is het simpelweg niet te zeggen, omdat iedereen zich op een andere snelheid ontwikkeld.
In plaats daarvan ga ik uit van het moment dat de maatschappij verwacht dat kinderen (steeds meer) eigen verantwoordelijkheid dragen. Dit begint bij een van de grote veranderingen in het leven van een kind in Nederland: De overgang van de basisschool naar de middelbare school. Vanaf dit punt worden ze direct aangesproken op hun gedrag en wordt verwacht dat ze dit tot een bepaalde hoogte ook kunnen corrigeren.
De meeste kinderen zijn op dat moment 12 jaar oud.
Dit is echter nog erg jong en deze kinderen hebben nog veel moeite en geen ervaring met hun eigen gedrag corrigeren. Daarom kies ik een moment dat twee jaar later ligt: De invulling van de tweede fase op de middelbare school. Op de Mavo is dat na twee jaar, op Havo, VWO en Gymnasium na drie jaar. Om het makkelijk te houden stel ik dat de kinderen op dat moment 14 jaar oud zijn.
Bereid tot verandering
Onafhankelijk van de leeftijd moet de gebruiker ook bereid zijn om te veranderen als dat nodig is. Iemand die niet wil veranderen zal hoogstwaarschijnlijk ook niet veranderen, zeker niet als er geen direct menselijk contact bij komt kijken.
Leefomgeving
Mijn oplossing bestaat uit twee onderdelen: Omgevingsmanipulatie en gewoonte manipulatie. Die eerste kan alleen uitgevoerd worden als de omgeving daar geschikt voor is. Denk hierbij onder andere aan slimme verlichting.
De doelgroep zal dus moeten beschikken over een geschikte omgeving, of moet bereid zijn hun omgeving hier op aan te passen. Dit laatste kost echter geld. Mogelijk zal een deel van de mensen hier afhaken wegens het wonen in een huurhuis of -kamer waar ze niks aan mogen passen.
Doelgroep definitie
- Mensen die in hun dagelijks leven regelmatig technologie gebruiken.
- Mensen geboren tussen 1990 en 2003, oftewel tussen de 14 en 27 jaar. Dat is ongeveer 17% van de Nederlandse bevolking1.
- Mensen met een geschikte leefomgeving, of de bereidheid en middelen om hun leefomgeving geschikt te maken.