A+ A A-

Gesprek 1 met dr. M. Gordijn

Vrijdag 17 feb 2017 was mijn eerste gesprek met een expert. Ik heb met Dr. M. Gordijn gesproken over de chronobiologie en de toepassing daarvan.

Profiel van deze expert—volgt later

Van te voren heb ik een aantal vragen gemaild en daar heb ik er op het laatste moment nog een paar bij bedacht.

TL;DR

Chrono@work, het effect van kleine bioritme verstoringen, meten van bioritme buiten het lab, behandelmethodes gebaseerd op chronobiologie worden populairder, gevolgen van verkeerde interventie kunnen groot zijn bij bepaalde groepen & verkeerd gebruik van termen in de volksmond.

Chrono@work

We begonnen met het praten over het bedrijf waar dr. Gordijn werkt. Ik had een globaal beeld bij wat ze precies doen, maar wilde graag iets meer informatie.

Ze houden zich vooral bezig met dataverzameling, het adviseren van bedrijven en instanties en onderzoek voor bedrijven. Bij dit laatste gaat het bijvoorbeeld om het testen van een product of dienst op commissie van een bedrijf. Die bedrijven gebruiken dit bijvoorbeeld om wetenschappelijke claims te kunnen maken in marketing en om het product door te ontwikkelen.

Daarnaast zijn ze bezig om samen met de Hartstichting een lespakket op te stellen over het belang van slaap en hoe het werkt.

Kleine verstoringen

Vaak ligt de focus op grote verstoringen, bijvoorbeeld nachtwerkers of jetlag. Ik wil mij daar juist niet op focussen, maar ik kan door die focus wat lastig literatuur over dit onderwerp vinden.

Volgens dr. Gordijn worden kleine verstoringen als een nacht laat naar bed en telefoon gebruik in bed pas echt een probleem als het chronisch is. Anders is het heel erg als eten: Als je de ene dag wat minder eet, dan compenseer je vanzelf de volgende dag door wat meer te eten. Echter, als je elke dag te weinig eet raak je op een gegeven moment ondervoed. Zo is het ook met dit soort kleine slaapritme verstoringen.

De telefoon specifiek is zeer goed in het naar achter opschuiven van je slaapritme als je hem elke dag in bed gebruikt. Dit komt omdat het de melatonine productie kan onderdrukken, waardoor je ritme elke dag een klein stukje naar achter toe (later) doorschuift.

Een ander voorbeeld van een kleine verstoring is de oorzaak van de zogenoemde monday blues. Wanneer je in het weekend niet ongeveer hetzelfde ritme aanhoud als in de werkweek kan dit ontstaan door de wisseling tussen het maatschappelijk ritme (werkweek) en een meer natuurlijk ritme (weekend). In andere woorden: Dat fijne gevoel van uitslapen op zaterdag en zondag slaat je in het gezicht op maandag. De een heeft dit erger dan de ander, dat heeft onder andere te maken met je chronotype en hoe erg je week- en weekend ritme van elkaar verschillen.

Meten bioritme

Eerder schreef ik een overzichtsartikel over het meten van bioritmes, maar ik wilde graag de onbevooroordeelde mening horen van dr. Gordijn. Ik vroeg haar hoe zij het het meten van bioritmes aan zou pakken.

Bij Chrono@work maken ze veel gebruik van de chronotype vragenlijst MCTQ. Daarin wordt gevraagd naar bed- en opsta tijden zowel als je naar werk moet als wanneer je uit kunt slapen. Hiermee kunnen ze het chronotype van de persoon te bepalen, maar ook wat zijn slaapdoel is. Vervolgens geven ze de persoon tips en instructies om zijn bioritme op te schuiven als dat nodig is. Het gaat hier enkel om instructies, het is aan de gebruiker om ze allemaal uit te voeren.

Blauw blokkende brillen lijken al na een week te werken volgens een nog niet gepubliceerd onderzoek.

Mijn plan om bioritmes te meten is door het gebruik van wearables die activiteit en hartslag meten over de hele dag. Dr. Gordijn is skeptisch over wearables, omdat er vaak veel ingevuld wordt door algoritmes. De data is niet altijd even betrouwbaar. Daarnaast denkt ze dat het meten van de slaapfases niet goed mogelijk is met een wearable, omdat dat op hersenactiviteit niveau gemeten zou moeten worden.

Fitbit en Jawbone zijn getest wanneer het gaat over het slaap-waak ritme meten en doen dat redelijk goed. Maar ze vraagt zich af hoe lang mensen dit soort wearables blijven dragen. Ik denk dat die barriere te overkomen is met ontwerp door de gebruiker het nut in te laten zien van het dragen in plaats van alleen data te verzamelen zoals nu vaak het geval is.

Als je mensen een wearable kunt laten dragen, eentje die een beetje betrouwbaar is, zoals bijvoorbeeld de Fitbit wat getest is, dan zal dat een goede indicatie zijn van het ritme.
~Dr. M. Gordijn

Dr. Gordijn benadrukt wel dat het buiten het lab altijd zal gaan om benaderingen, maar wat mij betreft hoeft dat geen probleem te zijn. Met hartslag metingen via wearables heeft ze weinig ervaring, maar is ze zeer skeptisch. Activiteits monitoring is echter een prima indicatie.

Dat is goed nieuws voor mij, want mijn Fitbit is tussen het gesprek en het moment van schrijven bezorgd. Ik ben in ieder geval zeer benieuwd naar de resultaten van mijn eigen tests met de Fitbit. Ik ga zo snel mogelijk data verzamelen.

Behandelmethodes

Ik was in mijn onderzoek een artikel tegengekomen over het toepassen van bioritmecorrecties bij een bepaalde groep chronisch depressieve patienten. Ik vroeg mij af of dit soort behandelmethodes vaker worden ingezet.

Dr. Gordijn verwees direct naar Chronotherapie Netwerk Nederland (CNN). Dit netwerk heeft dringend een nieuw logo nodig.

CNN wil een platform zijn voor clinici en onderzoekers werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg die op een of andere wijze werkend met of geïnteresseerd in de toepassing van chronotherapie, ervaringen en kennis uit te wisselen.
Bron

Er staan een aantal interessante artikelen op de website van CNN, maar de staat van de website laat ook zien dat er nog niet altijd genoeg aandacht wordt gegeven aan dit soort behandelmethodes. Een snelle Google zoekopdracht naar chronotherapie vertelt mij hetzelfde. Een zoekopdracht in het engels maakt het verwarrend:

the treatment of an illness or disorder by administering a drug at a time of day believed to be in harmony with the body's natural rhythms.
Bron

Dit is echter niet her artikel om hier diep op in te gaan, ik spaar het even op totdat ik hier uitgebreider onderzoek naar kan doen.

Gevolgen verkeerde interventie

Ik ga interventies doen in een belangrijk lichamelijk systeem en ik wil liever niemand verpesten. In hoeverre moet ik daar voor oppassen?

Het is belangrijk dat ik erbij vermeld dat mijn werk niet bedoeld is voor klinische toepassingen. Ik heb het altijd over gezonde mensen die mijn ontwerpen gebruiken zolang ze zich daar goed bij voelen. Ik moet extra oppassen voor mensen met (neiging tot) een bipolaire stoornis, omdat bij hen het bioritme mogelijk ernstig verstoord kan worden.

Een duidelijke disclaimer is dus noodzakelijk.

Melatonine

Dr. Gordijn kwam met een opmerking over melatonine. Dit wordt vaak het slaaphormoon genoemd, ook door mij op deze blog. Dat is echter niet per se waar. In nachtdieren wordt ook melatonine aangemaakt wanneer het donker is, maar zij worden daar juist actief van. Een betere term zou daarom zijn hormoon van de biologische nacht of nachthormoon.

In het verlengde hiervan kan cortisol beter het activiteit hormoon genoemd worder in plaats van het tegenovergestelde van melatonine.

En verder...

  • Ik heb mijn voorlopige oplossing geschetst.
  • Dr. Gordijn is allegisch voor het woord bioritme, omdat het vaak verkeerd gebruikt wordt. We zijn het er echter over eens dat het wetenschappelijk betere circadiaan ritme geen fijn woord is.
  • Om mijn oplossing kracht bij te zetten heeft dr. Gordijn mij aangeboden om gebruik te maken van de licht spectrometer op de Universiteit van Groningen. Dit super dure apparaat kan op de nanometer precies meten uit wat voor licht een lichtbron bestaat. :D
  • Ik heb beloofd om dr. Gordijn op de hoogte te houden van dit project en heb deze blog gedeeld voor als ik te spaarzaam ben met mijn updates.
Tagged under: Week 3, Expert,